Een weekend Amsterdam met de besties dat vorig weekend gaande was, stond in het teken van fine dining en dansings in een supermatig Paradiso (qua vibes). Om met dat laatste te beginnen: Het was op zich wel lachen, maar na een klein uurtje dancehallen op een queer-avondje, mwah. Dan voelen zelfs de priemende ogen van een stuk of dertig vrouwen op stand ‘ik loer naar jou forever’ ook niet echt chill meer. En mind you hè: ik schaar mezelf tot de groep heel ruimdenkende peoples, just sayin. Hoogtepunt van de avond was dit: een gezellige dragqueen die met ons zat te socializen in sexy Engels met Caribische tongval. Totdat haar instahandle haar standplaats 010 verklapte. Nou, toen was het gauw over hoor met die Engelse act haha. ‘Ow meiddd, je komt geweaun uit Rotterdam joh!!’, gilde ik per ongeluk heel Paradiso bijelkaar. Hilarisch.
Alora. Paradiso was voorgoed af. En omdat we eigenlijk al eerder op de avond een lange seating achter de rug hadden bij Momo, ging ik vanzelf in de chillmodus toen we weer buiten op de stoep voor Paradiso stonden. Ik zag het zennige kopje thee op onze cosy hotelkamer opeens als een dikke sunset voor me opdoemen. En nu niet lopen gillen dat ik te oud ben voor dit soort uitgaansdingen. Ik ga het uitleggen. Al sinds forever ga ik niet goed op compleet dichtgetimmerde avondprogramma’s. Dus als het om een etentje en borrel alleen gaat, i’m good. Is het de bedoeling dat er na het diner de vibe wordt doorgetrokken naar een clubgebeuren, dan mij niet bellen. Op de een of andere manier heb ik daar de (extra) batterijtjes niet voor. Of ik verschiet al mijn partykruit al in het eerste deel en daarna is alles OP, dat kan ook. Ter illustratie: in mijn studententijd stortte ik altijd ter aarde na het galadiner (ok, ook door een surplus aan drank, maar dat terzijde). Ik heb volgens mij alleen maar taxi’s gezien die mij naar huis brachten. Of clubgenoten die mij de trap op sjouwden en mijn verzwaarde lichaampje vervolgens in bed pleurden. De rest van het avondprogramma? Ja geen idee dus.
Back to Damsko. Natasha en ik voelden dus wel voor een theetje of voor een good ol falafel on the go (mijn idee). Maar toen kwam het: Laura wilde nog een club bestormen en stelde club AIR voor, jeweet, die glitterclub op het meest mislukte plein van Amsterdam- you know which one. Owja, “Of anders Trouw?!”. Ok, ik heb ooit in de hoofdstad gewoond, maar one of us is clearly niet in het Amsterdamse nachtleven geweest voor a very long time. We vergeven het haar omdat we van haar houden*hartjes*. Maar serieus, Lau wilde nog lang niet naar huis en wij stonden dus letterlijk een armlengte, plus het bruggetje bij het Max Euweplein, verwijderd van het hotel. Aka ik voelde onze hotelkamer in mijn rug prikken. Meanwhile knalde Natasha nog even een Media&Entertainment-college er tegenaan waarom spontaan clubbings zonder vooraf tickets te regelen, een soort van uitgestorven dinosaurus-apparaat is. Of je moet vrijwillig in de rij willen gaan staan says nobody ever.
Lang verhaal kort: de falafel heb ik er doorheen weten te drukken. Het theetje op de hotelkamer ook. Dat was ook wel nodig, want tijdens het dinerdeel hadden we al twee flessen prosecco weggetikt, sterke verhalen geshared en een weddenschap op hoeveel esma’s we de avond zouden ingaan. Om met dat laatste te eindigen: We hebben zero esma’s gedronken, dat doen we een volgend clubbingweekend. En speciaal voor Natasha: There’s no such thing as Espresso Martini. That type of cocktail is basically non-existant. You should try the Esma instead. Che che.
Hasta luego mensen!