DONE!

Tis volbracht. Ik heb het gedaan, afgevinkt met een goed gevoel. Al in NL had ik talloze slapeloze nachten stukgeslagen. Ook op Bali sloeg de insomnia hard toe, de dagen voorafgaand aan papa’s herdenking. Ik zag er tegenop, echt niet-nor-maal. Gaan we weer. Weer met die hele emokaravaan het vliegtuig in. Ik wilde niet. Maar, afgelopen weekend was het weerzien met pa (zijn rustplaats) en familie boven verwachting, buitengewoon fijn te noemen. Om te beginnen heeft mijn stiefmoeder Frieda een soort wederopstanding beleefd: acht maanden zat ze in een zwaar depressief hol. Ze kon pa’s overlijden niet handelen. Maar sinds januari is ze gelukkig verlost uit haar eigen donkere dungeon. Dankzij stevig lobbywerk van familie, vrienden en haar arts. Ze kwam me in Manado ophalen in een chique, stemmig oranje robe. ‘Het rouwen is voorbij, ik draag weer kleur.’ Eindelijk konden we op een geciviliseerde manier bijkletsen en terugkijken naar een intens en bewogen jaar. En rolde ik bijkans van de bank vanwege haar geestigheid. De Frieda-grapjes die ik vorig jaar zo enorm moest missen.

Ook kostelijk: mijn eerste avond op Manado ben ik op gepaste wijze ontgroend. Twee familieleden reden mij naar de Manado-boulevard richting de beruchte 24-uurs eettent ChoCho, waar ik werd volgestopt met tien verschillende bereidingen van varken. Om 23u ‘s avonds mensen. Lord have mercy kermde ik nog, wijzend naar een alarmerend uitdijende buik. Hielp allemaal weinig. Eten zul je. En als rechtgeaarde Menadonees doe je dat met je rug recht totdat je onder de tafel kukelt. Maar uiteraard niet voordat je het slotakoord van een Manadonese dis, een empanada of tien en een bord met puding coklat hebt weggetijgerd. Aangekomen bij familie thuis kon ik gelijk doorrollen naar het ouderenprogramma: omie Thelma, de zus van Frieda, een krasse tachtiger, was speciaal opgebleven om het hele repertoire Nederlandsche kinderliederen met mij te battlelen. We zongen saampjes ’Drie kleine kleutertjes’, waarbij ze mij (!) bij het refrein een paar keer snoeihard moest corrigeren. Het was hilarious.

Met stiefmoeder de volgende dag naar pa’s graf gegaan. Ik voelde me rustig en heb pa gedag gezegd. Hij lag er prima bij, mooie bloemetjes op het graf, het stukje grond netjes onderhouden. Ik was best verbaasd dat ik me zo chill voelde. Maar het is eigenlijk bloody simple. Als ik hier ben, dan ben ik thuis. Heb ik familie binnen handbereik en ligt pa rustig om de hoek in zijn kist te chillen. Hier voel ik de afstand niet, die ik dus wel voel als ik in NL ben. Kortom, Ik zag dat het goed was en pa zag het ook, voelde ik.

Mijn vlucht naar Manado had ik met opzet zo gepland, dat ik een zondagkerkdienst kon meepikken. Omdat ik weet dat pa het altijd gezellig vond als ik meeging. Omdat ik weet dat hij het waardeert dat ik als zijn vertegenwoordiger de hele liturgie uit volle borst meezing (zo handig dat al die liedjes op grote schermen worden geprojecteerd). Dus zat ik links vooraan op pa’s plek in zondagse jurk met passende stilleto’s naar een nogal ernstige preek te luisteren. Ik heb de pech dat ik in de aanloopperiode naar Pasen zit. Dus het is wekenlang pure ik lijd, jij lijdt ik heb geleden, wij lijden-indoctrinatie (sorry pa). Dit is een van de redenen waarom ik altijd zeg dat ik een gelovige achtergrond heb, maar zelf niet geloof. Althans niet op de manier waarop my fellow hometowngenoten dat doen. Mij te intens, te heftig. Maar ik respecteer het, en in het bijzonder respecteer ik dat pa troost en vreugde putte uit het geloof. Dat weet pa, en hij zag (en hoorde) dat het goed was.

Op maandag was pa’s herdenking en tegelijkertijd stiefmoeder’s verjaardag. Inmiddels heb ik het hele concept van een Manadonese fissa omarmd. Die bestaat uit vier onderdelen: 1) gebed 2) eten 3) karaoke 4) disco en arak atten. Dus sprak de huisdominee lovende woorden over de veerkracht van Frieda, het feit dat ik speciaal was overgevlogen en dat pa dit prachtig had gevonden. Daarna werden honderd genodigden gefêteerd op Manado Cuisine (porky). Ik heb uiteraard zwaar ingezet op punt 3, waar ik mijn karaokeskills naar een next level wist te tillen met een paar heel behoorlijke Whitney Houston adlibs-units. Later op de avond knalden de boxen uit elkaar van de disco. En mijn hoofd ook. Van de arak (33%). Het voelde supergoed en pa vond dat vast ook. Hij hoefde mij in elk geval niet op te halen van een uit de hand gelopen feestje, want ik was immers al thuis. De epische tropische regenbui die later op de avond het feestterrein en de straten van Tondano schoonspoelde, was het enige moeilijke moment. Ik weet van vorig jaar dat ik heftig huilend de slaap niet kon vatten toen het snoeihard regende op de avond na pa’s begrafenis. Het idee dat hij daar koud en nat, moederziel alleen onder de grond lag, maakte me intens verdrietig. Nou vooruit, er waren twee moeilijke momenten in Manado afgelopen weekend. Behalve de regenbui, was het opstijgen van Sam Ratulangi International Airport, het wegvliegen van Manado erg taai. Manado vanuit de lucht gezien is erg indrukwekkend: bergketens, groene valleien, dat werk. Dat pa daar ergens tussen ligt te rusten, imponeert en ontroert. Niet huilen was en ís geen optie bij dit terugkerende onderdeel.

Het is volbracht, ik heb het gedaan pa. Ik heb er een goed gevoel aan overgehouden, een jaar na dato. Maar ik zal altijd momenten hebben dat het taai is. Dan laat ik een traantje of twintig. Maar weet dat dat is omdat ik intens van je hou. Tot de volgende keer!#fransbernhardbedankt