Don’t Make Monkey Cry

    Ai. Le telefoon is opperdepop en mijn intercity van Utrecht CS richting Rotterdam CS trekt net langzaam op in de eerste versnelling. Had ik nog feauteau’s gemaakt van de freundinnenlunch waar ik net vandaan kom? Ik schud nog even met mijn foon in de hoop op een streepje T-Mobile 4G-hartslag, niks natuurlijk. Maar verhip, de nazomer laat zich van haar beste kant zien. Instagramgroen gras. Een koei hier en daar. Fietsgekkies langs de randen van de weilanden. Die doen hun sportieve zomer nog eens dunnetjes over. Straks kan het niet meer. Ja, in den stromende regen en geselende wind. Maar dan kun je net zo goed meteen van een flatgebouw springen. Kortom, de wereld tussen Utrecht en Rotterdam is te mooi om aan mezelf voorbij te laten gaan. Facebook en Twitter trekken nog steeds soep van rapper Boef en consorten. Vermoeiings. Dus eigenlijk is naar buiten kijken supergoed voor mijn verstoorde sociale mediabrein. Zennig zwaaiend naar het groen en vogels in de verte. Misschien zelfs een diepzinnig gesprek aangaan met de conducteur? Over de stompzinnige tweedeling in sprinters. Zowel in de 1e als 2e klas krijg je aambeien en een wielerkont van de spartaans harde banken. Het enige verschil is de kleur. Het plebs moet het doen met smurfenblauw en de 1e klassers met plucherood. Oh irony.

    Goed. Ik ben de beroerdste niet. Mijn foon, noodgedwongen maar voor een goed doel, diep weggestopt in de handtas. Geamuseerd kijk ik om mij heen in de coupé, op zoek naar treinparadijsvogels. Het Nederlandse polderlandschap is leuk, maar van enige variatie heeft dit land natuurlijk helemaal niets begrepen. Over wielerkont en variatie gesproken. Journalist Thijs Zonneveld droomde in 2011 van een fietscol-berg in NL. Het Die Berg Komt Er-project. Heb nog bij Zonneveld gesolliciteerd naar een communicatiefunctie. Werd ‘m niet want ”qua marketing zitten we voorlopig goed.’ En die berg, die is er dus ook nooit gekomen. Ik zie een causaal verband.

    Anyway. Schuin voor mij zit een dertigplusserdame. Gedateerde bril en dito kapsel. Campy bijna. Haar volle figuur verstopt achter een zwart katoenen jasje. Maar dan zie ik iets wat mij direct terug doet verlangen naar mijn Galaxy S5-unit. Een fijne, volledig opgeladen foon s.v.p. Zodat ik mij deze treinrit volledig kan onttrekken aan het drama dat zich voor mijn kleine Indische neus afspeelt. De brildame draagt namelijk een witte legging. Ik dacht dat er een algeheel witte leggingverbod bestond, al dan niet in combinatie met een samenscholingsverbod? Ik wilde mijn sunnies opdoen, maar die had ik al op, zo vreselijk van slag was ik. De brute felheid van dit witte stuk stof ging direct door de UV-filterbarrière van mijn zonnebril. Trouwens, behalve het verbod, zou deze dame ook nog een fikse boete opgelegd moeten worden: de godvergeten WITTE legging is namelijk bij de kuiten opgesierd met wit kant. Wit kant mensen!

    Ik probeer mezelf te herpakken en kijk snel een stoel verder in de coupé. Daar zit ook een vrouw. Gezet, felblauw t-shirt en daaronder.. jawel, een witte knielange broek. Zou zij, en deze witte kanten leggingdame zussies van elkaar zijn, maar dan gebrouilleerd? Ik onderdruk een hysterische huilbui, maar nog nooit was het verlangen naar een opgevoerde snikbui zo heftig.

    Ondertussen voel ik dat de jongen die recht voor mij zit, mij observeert. Ik gok dat dat komt omdat ik huilie huilie kijk. Ik plooi m´n gezicht weer in stand relax en observeer de jongen snel. Leren jasje, wit shirt met opdruk. Dit is een wit kledingstuk dat mijn getormenteerde brein wèl goed kan hebben. We gaan door: de lerenjasjongen draagt een grijze jeans, sneakers met, uhm, witte sokken. Nou weet ik dat je weer helemaal fashionably on point bent met witte sokken (mits op accurate manier gecombineerd). Maar ik constateer dat er al te veel schade is aangericht in wat ik kan handelen qua observatie- en absorptievermogen. De witte sokken van deze jongen zijn de bloody limit.

    Net op het moment dat ik keihard wil gaan janken, word ik overvallen door de grootste niesbui in mijn hooikoortsgeschiedenis, ooit. Snel pak ik een zakdoekje uit mon bag. Een maagdelijk wit zakdoekje. Soms is het leven lood- en loodzwaar.