Ik heb het eigenlijk nooit. Althans niet zo extreem als de laatste tijd. Ik heb een vermoeden waar het vandaan komt. Ik vergeet dingen omdat ik een tikkie van slag ben sinds mijn verjaardag. Ik vergeet geen dingen die ik heb gezegd. Intense gesprekken met vrienden sla ik op onder mijn hartklep. Belangrijke beleidsnota’s laat ik in mijn functie als communicatieadviseur HR bij het AMC niet liggen. Het vergeten zit ‘m niet in die dingen, maar meer in het alledaagse. Zoals het vergeten van een bloedsimpele plastic opbergbox van de Blokkert. Tijdje geleden kocht ik er een op Utrecht Centraal. Ik had net mijn CDA mentorklasje op de HU afgevinkt, en bedacht me opeens dat een opbergbox wel handig kon zijn. Bijvoorbeeld voor die imposante verzameling aan shampoo’s, douchegels en bodylotions in reisformaat. Voor als de Derde Wereldoorlog uitbreekt. En vooruit, ik kocht nog een kleinere opbergbox voor erbij. Voor die andere epische collectie. De berg lipsticks en nagellaks, voor elke dag een andere kleur. Zo fijn om 365 dagen per jaar geen keuzestress te hebben daarin. Een stevig plastic huisje voor deze knappies is wel zo handig.
Ik weet nog dat ik zo blij was met het vervoerbare formaat van de twee plastic boxen. De kleinere doos ging in de grote en die doos klemde op zijn beurt weer comfortabel tussen mijn arm en middel in. De verhoudingen waren in orde. Je dacht niet: daar loopt euh, een doos in plaats van iemand mèt een doos. Snapt u het nog? In de intercity richting Rotterdam schoof ik de plastic doos-in- doos onder mijn stoel. En daarna brak een ultiem treinchillmoment aan. Dat betekent bij mij evenzoveel als in slaap vallen met Beyoncé adlipsend in mijn oor. Uitgeslapen van de powernap XL, stapte ik een kleine drie kwartier later uit in Roffa. En kent U dat? Dat je het gevoel hebt dat er iets niet klopt aan datgene wat je op dat moment aan het doen bent? Het ‘iets’ dat geen topprioriteit blijkt voor je brein, hield bij mij aan tot het moment dat ik thuis was. Toen floepte de lichtschakelaar aan in mijn bovenkamer: ‘doos die je bent. Je bent euh je doos vergeten.’
Vorige week was het weer raak. Ik was op de Sprinter richting Rotterdam aan het wachten in het Holendrechtse glazen stationshok. Ik had twee tassen bij me. Mijn Marc Jacobs schoudertas die zo ijdel is, dat er alleen maar het hoognodige inpast. Die andere tas, een zwarte, stoffen tote bag met Mumford & Sons-opdruk, is de unit die alles opvangt wat nìet in die schoudertas past. In dit geval een paraplu, een flesje water en een mandarijntje. Lang verhaal kort: toen ik uitstapte in Rotterdam, merkte ik voor de verandering meteen dat ik minder bepakking bij me had dan bij aanvang van de trektocht van Holendrecht naar Rotterdam. Met een pruillipje twitterde ik NS_online, en somde ik met een zwaar gemoed mijn verloren spullen op en de vermoedelijke locatie van Mega VergeetMijLand. Ik had enorme mazzel dat mijn waardevolle spullen in de ijdele schoudertas zaten en niet in de tote bag die inmiddels als vermist was opgegeven.
Het opmerkelijke: er zat dus niets van waarde in de tote bag. Ik bedoel, een paraplu, een flesje water en een mandarijntje. En toch was ik er lichtelijk kapot van. Het idee dat iemand anders er vandoor was gegaan met deze simpele, doch o zo essentiële dingen in de leven. Het maakte me misselijk. Om te beginnen is dat flesje water om mijn allergie-aanvallen te blussen en de hysterie rond de geïrriteerde keel te dimmen. De plu is om mijzelf te pantseren tegen het lelijke regenachtige weer dat sinds deze maand NL teistert. Of, om elke lamme stationslul met kwaad in de zin, een soepele klap op z’n kop te kunnen verkopen. En het mandarijntje is troost. De geur, de zoetzuursappige sensatie van het vruchtvlees. De oranje vruchtlookalike van Ernie symboliseert de herfst. Het biedt troost wanneer mijn allergie-aanval achter de rug is. Het verzacht de pijn van het leed dat regenblues heet. De plu, het water en de mandarijn in die gruwelijke hippe tote bag. Het zijn #lifeessentials zoals dat in Instagramtaal heet. Die was ik nu kwijt. Die dozen, daar mag de gelukkige vinder een vlot van bouwen en de oceanen mee bedwingen. I don’t care long hair. Maar mijn tote bag, het water, mijn plu en de mandarijn. Dit valt in de categorie taai verwerkingsprocesje hoor.