Aan het begin van de lente dacht ik ‘kom meid, doe ‘s supergek en boek een proefles Flamenco dit najaar’. Kwam natuurlijk ook door mijn Barcelona-avontuur en ik he-le-maal aan ging bij het zien van een fierce Flamencodans door zo’n beweeglijke kleine churro met mooie jurk aan. En ik zie dan ook vaak vet veel aanknopingspunten qua warmbloedigheid. Bijvoorbeeld dat ik luister naar mijn eerste twee namen: Donna Ramona. Precies, bepaald geen Joke of Margriet-materiaal tog? En omdat ik ook zo’n petit latin afmetings heb. Grote ogen heb waarmee ik met melancholische swag kan rollen op de beats van de castagnettes. En uhm omdat ik regelmatig vino rojo en cervezas klap.
Dus had ik vorige week mijn eerste
Flamenco-try out. Op weg naar de oefenruimte kwam ik een paar dames tegen van het kaliber ‘kort pittig kapsel’ en ‘ik draag een vormeloze jurk-kijk-maar-hoe-lelijk’. Wat is dat toch altijd met zo’n provinciaal cursushuis. Lijkt wel een chick magnet voor dit soort types. Anyway. Ik ging er met mijn botte hoofd vol stereotiepe aannames van uit dat deze moekes vast kwamen voor een cursus therapeutisch kantklossen of aquarellen met kwasten gemaakt van restjes geitenwollen sok. Maar toen ik de oefenruimte binnen kwam wandelen stond die kantklosposse er al, bruhhhh. De Spaanse les-mejuffrouw was gelukkig mijn bliksemafleider. Een Hollandse dame die, doordat ze al dertig jaar in het Flamenco-vak zit en ook studiereisjes naar Sevilla organiseert, er inmiddels zelf als een Spaanse zigeuner uitzag. Tellen ging in het Spaans, de moves en aanwijzingen ook met 1000% Spaans temperament. Kijk, dit is de manier om effectief het Flamencovirus in iemand te rammen mensen. Binnen no time zat ik superfierce te klakken op mijn laarsjes en met een badass flamenco-blik pasjes te fiksen. En zo leerde ik binnen een kleine drie kwartier alleen nog maar een fractie van wat Flamenco in het diepst van haar wezen is (een levensstijl mensen, een levensstijl). Verliefd was ik. Flamenco, together with my name: ik bén het gewoon and I own this.
Mooi. Zal ik jullie nu dan meteen weer uit de Flamenco-bubbel halen? Huh? Ja precies. Ik heb besloten de cursus níet te gaan volgen. Want die medecursisten hè. I just can’t. Natuurlijk gaat het om de dans. En of je de ambitie hebt om het te ownen. Die heb ik nog steeds. Maar ambitie wordt ook opgestookt door andere factoren. Zoals ‘met wie zit ik acht tergend lange, en bikkelharde trainingsmaanden in een groepje?’ Aight. Ik kreeg serieus nada energie van deze kantklossende, grijzewollensok-aquarellerende vrouwen met de motoriek van een hardhouten Flamenco-gitaarstandaard. Grote kans dat ze mij ook huppelkroepoek vonden. Dikke prima. Ik bedoel, ze zullen allemaal best nice zijn, maar ik wil kunnen bonden met mijn dansguapas. Geen gesjellige zelfgehaakte groentebouilonnetjes klappen afterwards. Nee. Ik wil na een insane diepe les meteen de kroeg in kunnen duiken en filosoferen over het megahypnotiserende pálmas. Ik wil, als we hard werken aan de jaarlijkse eindvoorstelling uitgebreid shoppen voor de perfecte Flamenco-outfit en uren, dagen en nachten slap lullen over Flamenco make-up tutorials die verder geen enkel doel hebben. Ik wil niet op suffe studiereis met twintig wandelstokken. Nope, ik wil een weekend Ibiza en daar een Flamencoflash mob doen. In bikini. Precies. That aint’ gonna happen met deze Vereniging van Nederlandse Mormonen-Vrouwen. RAMONA! Ga je mond spoelen. Heb ik braaf gedaan. maar ik blijf bij mijn plan B. Of eigenlijk plan A, mijn all time grote liefde. Ik heb mezelf namelijk zojuist ingeschreven via de VU voor Hip Hop niveau II. Komen jullie aan het einde van de rit naar de voorstelling kijkon? Drinks zijn alvast on me. Hasta luego!
PS: de titel was soort van inkoppertje, maar manmanman #zoslechthebikmnognooitverzonnen?.