Ik heb het van m’n pa, Frans Bernhard: met iedereen ouwehoeren. En daar bedoel ik bijvoorbeeld winkelmensen mee. Van die gezellige zelfstandigen; de bakker, de Turk (kledingreparatieboer), de ondernemer met ingewikkelde niche-lifestylespullen.
Ik herhaal, ik praatje-hier-praatje-daar veel, maar haal geen Pietje Bell-streken uit. Ik zeg dat omdat mijn pa dat wel doet. Picture this: Ik stond ooit met m’n pa bij de Kentucky Fried Chicken in Jakarta. De bestellingen gingen met het tempo van Kofi en Noltie uit FC Kip. Duikt m’n pa over de counter en grijpt naar het microfoontje. Kid you not. En wat hij dan doet. Ik dacht sowieso ‘Sesam laat dat luik dicht en stuur een heli en neem me mee. NU!’ Ging hij heel hard onze bestelling omroepen in het Nederlands. Met Amsterdams accent (mijn pa heeft in z’n jonge jaren gekelnerd in Damsko). Bruuh. Maja, wel supergrappig achteraf.
Waar ik ook altijd direct dikke vriendjes mee word (en ook wel geintjes mee uit heb gehaald): de office managers van de afdelingen waar ik werk. Een directeur voelt zich misschien een hele meneer, maar de officemanager is de guy/girl die zorgt dat kostbare zakendeals niet falen. Omdat de officemanager de businesslunch voorproeft, daarom. Zodat belangrijke clients supertevreden én onvergiftigd het pand uitwandelen. Inclusief bedrijfsgoodybag vol afgekeurde relatiegeschenken van het jaar daarvoor. Die officemanagersuperster zorgt voor de taxibus wanneer Meneer de Directeur wat overmoedig wordt. Die namelijk na de zoveelste fles MoëtMiBo nog denkt volledig in control de Provinciale Weg op te kunnen. En, de officemanager heeft een strak afgestelde observatie-antenne en kan elke kantoorklerk uittekenen. Een soort daderprofiel maar dan corporate. Weet je meteen hoe de hazen lopen. Strategisch ook nog eens een superhandige connectie. Dus ik heb respect voor de officemanager. Maar ook omdat het bij het Office Manager District (hierna OMD) altijd kneitergezellig is. Ik bedoel, íedereen moet langs het OMD. Voor de meest bizar irrelevante dingen (‘hebbie ook een paperclip in de kleur Burgundy toevallig?’) tot aan epische verzoeken (‘kun je even snel die skybox van 2000 euries cancelen en het Amstel Hotel afhuren en de kosten gewoon even in dit kwartaal doordrukken eh afboeken?!’).
Het OMD is de ideale plek voor netwerkhenkies like moi. Want die ene collega X van afdeling Y die altijd zit te faken dat ie het zo moeilijk druk heeft, moet toch minstens 1 keer in zijn career langs de Communicatieafdeling (meest belangrijke afdeling van elk bedrijf). En ja, dan móet je altijd langs het OMD. Voor mij het ideale moment om dan toe te slaan. “Hi ik ben Ramona. Jeweet, die collega die jou al maanden stalkt voor een meeting die je keihard negeert for no reason.” Hup, afspraak staat. En daarna tik ik ‘m aan en high five ik met, juist, de officemanager.
Anyhow. Het komt er op neer dat ik gewoon geïnteresseerd ben in iedereen die niet vanuit een ivoren toren zit te blaten. Hoe hij/zij z’n zaken aanpakt. Dus ik vraag altijd van alles. Dat deed ik al toen ik zelf nog geen Aapje was. Dat kunnen jullie vermoeiend vinden, dat mkb- en coworkersbonding van mij, maar mijn oprechte interesse levert wel friendships op. Die kunnen puur zakelijk zijn maar meestal groeit het toch uit tot mattie-achtige proporties.
Het is eigenlijk een simpele daily inkopper, die chitchat bij je bloemenboer, je favo koffietent, etc. Je wisselt stories uit. Inspiratie en vette rumours dat ook. En het is gewoon een leuke eigenschap; interesse hebben in iemand anders. Positieve vibes naar elkaar sneeuwballen is goed voor je gezondheid en het doodt eventuele narcistische bacillen. Op gegeven moment zie je de Plants of Appreciation gewoon groeien en knuffel je elkaar bij elk boodschapje, bakkie of drankje. Lief toch. Dus papa, bij deze dankjewel forever voor deze toffe eigenschap die ik van je heb gecopycat. En de liefde voor eten. En nog veel meer mooie dingen-eigenschappen. Dat maakt mij de Maramis-apenkop die ik nu ben. Weet je wat pa, ik bel je 24 december middernacht. Dan is het op ons hometown eiland Manado precies zes uur later. En dan vertel ik je exact wat ik hier nu net heb opgeschreven. Prikken de emo-tranen al in jullie ogen? Goed zo. Want dit was mijn kerstverhaal. From me to you. Lief hè? Dacht ik ook.