Kevin Hart was het allergrootste cadeautje afgelopen weekend. In de Ziggo Dome moet ik m’n lady-chaperone Nina kapot hebben geknepen van het lachen. Like a hundred billion times. Zal haar zo even appen of het wel goed met haar gaat.
Hart is sowieso mijn bondgenootje omdat ie z’n lengte van 1.56 cm supergrappig gebruikt in z’n shows. Ik voel deze kleine grappige guy. Zoals hij op een kruk zit, zo zit ik ook altijd op een (bar)kruk: bungelende beentjes die tevergeefs grond zoeken. Zo herkenbaar. Alleen ben ik geen Kevin Hart. Hij is de comedian, ik de blogger; ieder z’n vak. Ieder z’n vak. Maar wel allebei kortbenig. We zouden een mooi stel zijn Hart en ik.
Ik vind Hart geniaal omdat hij bij zijn intense animal-angsten (gangstergorilla’s, wasberen met pistolen, haaien met attitude en loerende struisvogels) altijd eerst zichzelf redt: lekker onverantwoord en daarom zo dodelijk grappig. Want: don’t we all think and act the same als we face to face staan met giga-gorilla of shitty shark? Gewoon wegrennen en niemand redden. Zelfs je moeder niet. Muhahaha.
Wat ook geniaal is: Hart begint zijn verhaal met een anekdote of twee, en dingen uit die anekdotes laat hij aan het einde weer fijn terugkomen in zijn verhaal. Intelligente humor noem ik dat, herhaling. Wordt ook vaak in scripts, scenario’s en speeches getweakt. Gegarandeerd een wow-effect bij je audience. En eeuwige roem, een epische fanbase en heel, heel veel groupies.
Probeer het maar eens uit. Een verhaal vertellen met een bizar detail en met dat detail weer eindigen. Probeer het op zo’n killingsaaie Nederlandse verjaardag. Zo’n verjaardag waarbij iedereen apathisch in een kring zit te staren naar een berg vlaai en drie roomboter spritsen op een schaal. Een verjaardag waarbij bij binnenkomst je fakking iedereen moet feliciteren – omdat iedereen je zo verwachtingsvol debiel aankijkt-. Zo’n verjaardag dus. Trouwens, je moet ernstig iets aan je vrienden/familiebestand doen als je te veel van dit soort birthday’s moet afvinken. Maar dat geheel terzijde. De kracht van herhaling, daar gaat het om mensen. Een stijlmiddel dat ik zelf ook supervaak gebruik in mijn werk. Of het nu short copy is of een gedicht.
Back to the funny guys-business. Want grappige guys van eigen bodem zijn er namelijk ook genoeg. Waarbij de shout out naar Daniël Arends gaat. Warum? Omdat dit: a) hij is pinda net als ik b) zijn humor is grof, grappig en absurd in de mix. I love that. Arends heeft het in een van zijn shows bijvoorbeeld over hoe het gaat als jongens een avondje bier gaan drinken. En dat er dan altijd standaard typen chicks in die bar aanwezig zijn: de lelijkerds en de mooierds: ‘Mooi maar altijd met borderline.’ LOLLOLLOL. Ik zie gelijkenissen in zijn teksten met mijn gedichten en blogs: aan het einde komt er altijd iets onverwachts, iets banaals. Of, hij zet dingen en situations tegenover elkaar die in principe niet matchen, maar ergens toch weer wel. Van die schijnbewegingen in tekst, ik houd ervan.
Hart en Arends. Allebei briljant met woorden en verhalen. De ene de shorty American guy, de ‘grown little man’ en de andere de Indonesische guy, de geadopteerde kakker met grote mond. We zouden met z’n drieën een mooi team zijn, serieus een mooi team.
Kevin Hart – I’m a grown little man
Daniël Arends
Sprookje
De zachte heelmeester