De zomer is, op een paar hinderlijke natuurrampen in de vorm van nasty regen na, eíndelijk begonnen. Zo fijn dit. Alles geeft licht. De stad ziet er sexylekker uit, dikzakken met oranje muil aka meeuwen, terroriseren je bak patat en mensen met een eeuwig kuthumeur hebben opeens humor of zijn gelukkig dood. Waar ik heen wil: de zomer is ook altijd hét moment dat social media bruut wordt aangerand door allerlei hysterische persberichten. En die gaan allemaal over hetzelfde apparaat, namelijk de foodtruck. Die foodtrucks komen dan met containers tegelijk naar een onschuldig stadspark. Daar worden pinautomaatjes heel geniepig tussen de veganistische milkshakes met ham-tarwekiemflavour verstopt en dan opeens heten ze festival. Aaahhhhw hoe leuk is dat.
De hele zomer in de knallende hitte, of juist in de stortende regen gramproof pics maken van bakjes overprized vegan sushi en keukens op wieltjes. Stiekem ben je gewoon jaloers dat je je eigen keuken en verkering niet af en toe de parkeerplaats op kunt rollen voor de rust. Gezellie met de meidon naar een foodiefestival hoor! Al die provinciechickies lekker erop uit om fijn een daggie te chillen bij een walmende buitenbbq: #bbqblessings. En/of chicks die allemaal met dezelfde synchroonzwemmende linkerhand -vol signature goldplated ringetjes van Anna&Nina, een overheerlijke graspollen-kaviaarlolly vasthouden: ‘Say #foodtruckforever #squadgoals#cheese!!!’. U begrijpt, ik heb helemaal niks met die foodtrucks. Of eigenlijk bedoel ik: het is weer hoog tijd om hipsterdingen te bashen. This time the monkey is coming at ya foodrukkersss.
Want wat is dat toch met die inmiddels totaal overrated foodfestivals? Vertel het me dan. Het zijn er ook gewoon te veel. Luister, ik hou zielsveel van eten. Dus wil ik best mijn bekkie branden aan een premium foodtruck-wagyuburger die ik direct wegspoel met een festivaltrucklauwe IPA. Waarvoor ik dan zonder te knipperen tachtig euries betaal, inclusief foodtruckpolsbandje in de kleur HipsterHigh. No spang. Ik steek dan wel gelijk die truck in de fik en loop voor de rest van het seizoen met diepe zielenpijn onder mijn arm. Maarr, ik heb dan wel een puik foodtruckfestivalletje afgevinkt. Netjes tog gewoon! Nee mensen, het ís niet gewoon. Het is abnormaal slecht. Slecht voor de monnies en slecht voor het milieu of all dingen. Want hipsterproducten zoals quinoa, dwangarbeidvrije koffie en met de hand geweven kaneelbroodjes moeten dus nog wel vervoerd worden. Soms uit een vergeten Hollandsch biologisch boerengat ergens in de 13e provincie. Maar de meeste hipsterexotische spullen worden toch echt door Air India overgevlogen met een dikke lel kerosine per kilometer rechtstreeks in de oceaan. Alle Dory’s dood joh.
Het is eigenlijk kapotgrappig hoe mijn rant jegens foodtrucks is begonnen. Namelijk bij mijn vriend thuis. Daar realiseerde ik me eigenlijk, al scrollend door die opdringerige foodtruckberichten, dat wij praktisch elk weekend mooi ons eigen festivalletje zitten te draaien. De fridge als ons eigen coole foodparadijs. Helemaal volgeramd met superlekkere drankjes en snackies. Om elkaar vervolgens knapperige loempia’s en dampende shoarmarolletjes te serveren. En in ronde twee bestellen we bellen homemade Spritzers voor elkaar. What’s verder on het krijtbordmenu? Wat dachten jullie van de lekkerste tortillas met zelfgedraaide guacamole en kaasknakworstcroissants? Weg te spoelen met limoenbiertjes en Magnums? Anders nog iets? Geen rijen en geen muntjes voor de dixie. Oh ja, de band is ook fakking rad: boyfriend draait, terwijl ik mezelf intens rond eet, op zijn draaitafels supersexy techno tot het ochtendgloren.
Hier kan geen #foodtrucksquadforlife tegenop, het is #rizki. Wollah.