Nieuwe woonstad, nieuwe huisarts. Ik koos voor ultiem gemak: dokter Oudeman op twee koprollen van mijn huis vandaan op de ’s Gravendijkwal, hoek West-Kruiskade. Ik moest erheen omdat ik vanwege mijn extreme loensgedrag, een rood uitgeslagen linkeroog moest laten fixen.
Bij binnenkomst was de situatie al direct tamelijk chaotisch: twee doktersassistenten en een verpleegkundige die vanuit een krappe werkkamer wat verwilderd de wachtkamer in zaten te kijken: ‘u heeft een afspraak? euh, gaat u zitten mevrouw.’ Waarop een oude Rotterdammer, zeventigplusser, type kranige oud-havenwerker tegen mij begint te praten. ‘Meid, ze lopen weer eens uit. Maja, die wrat achter mijn oor moet eauk weg. Stikstof, keje niet van buiten.’ De wachtkamerbezoekers zijn buiten de Rotterdamse kapitein Haak, allen gekleurd: Turks, Antilliaans, Marokkaans; het is een staalkaart van de geografische populatie van de West-Kruiskade. Prachtig.
Ik kom erachter (again) dat ik geen zakdoekjes mee heb en gooi het in de groep. Spontaan krijg ik van een Turkse lady een pakje Tempo tissues waar nog twee exemplaren in zitten. ‘Nee! Mag houden!’ Dankbaar snuit ik mijn allergieneusje in het zakdoekje. Het ruikt naar baklava en suçuk in de mix.
De huisverpleegkundige maakt aanstalten om naar huis te gaan. Haar outfit is fenomenaal: zwart vestje met glimmers, nepleren knierok bezaaid met nestels langs de zoom. Bij gebrek aan een dienstingang, loopt de struise Kaapverdiaanse zuster door de wachtkamer richting uitgang. Maar eerst knoopt ze een praatje aan met de Turkse lady die mij zojuist baklavazakdoekje doneerde. ‘Dus de pilletjes werken?’ ‘ok, en u hoest nog wel? ok. Dat gaat wel over hoor, maar die pillen mag u echt niet overslaan hoor, daarom!’ Kordaat klinkt zuster Kaapverdië. Dit was geen relaxte chit chat maar een heus controlegesprek.
Onderaan de wachtkamerdeur zie ik iets wat op een kogelgat lijkt. Makkelijk scoren op het profiel van deze wijk natuurlijk, maar ik zou er niet gek van opkijken als dit wèl een plaats delict was. Op de deur naar de behandelkamer prijkt een rood bordje met Niet Roken erop. Stamt nog uit de tijd dat heroïneverslaafden hier hun healthcheck kregen. Daarover later meer.
Als ik dan eindelijk na drie kwartier aan de beurt ben, mag ik kennis maken met mijn nieuwe lijfarts. Met een grote zucht verwelkomt hij mij met ‘sorry dat het zo is uitgelopen.’ Dokter Oudeman is een vriendelijke zachtaardige slungel met vlassig haar. Een midzestiger aan wie je kunt zien dat de beste man echt álles heeft gezien. Ik pak mijn denkbeeldige journalistenschrijfboekje erbij en stel hem vragen. Dokter O. houdt al 37 lange dienstjaren praktijk aan de ’s Gravendijkwal. Zijn gloriejaren als arts beleefde hij in de nineties, toen de tippelzone Keileweg, methadonpost Perron Nul en de psychiatrische instelling in de buurt nog actief waren. Bijna verontschuldigend doet hij een bekentenis: ‘het klinkt misschien een beetje banaal maar het waren mijn meest fascinerende patiënten.’ Ik begreep de romantiek van zijn werkveld meteen. De romantiek van het idealisme iedereen beter te willen maken, in combinatie met het snoeiharde randje van de verslavingsproblematiek in de jaren ’80 en ’90. Die contrasten moeten de toen jonge arts Oudeman bij de keel hebben gegrepen, stel ik me zo voor. ‘Hier moet u een boek over schrijven!’, moedig ik hem aan. Hij glimlacht bescheiden. Ik wil door, en probeer mijn favoriete communicatieonderwerp aan te zwengelen (arts patiëntcommunicatie die meestal hiërarchisch en top down is). En hoe hij dat doet met het overwegend matig Nederlandssprekend patiëntenbestand.
Oudeman stelt een wedervraag. ‘Ken je Don Quichot la Mancha waar hij met een schrijfplankje aan komt zetten bij de Indianen? Met non-verbale communicatie kom ik in elk geval een heel eind’ Zijn oude oogjes glimmen terwijl hij mijn oogdruppelrecept uitdraait. Oudeman geniet zichtbaar van het kennismakingsgesprek. En ik ook. Als een lijfarts zijn werk probeert te duiden met een beeldend hoofdstuk uit de wereldliteratuur, dan heb je me hoor.
ps: hey, jullie geloofden toch niet dat ik door intens loensgedrag bij de dokter zat, toch? Rood oog klopt, maar de rest is apenkool af. Wanneer dringt dat nou eens tot jullie door, sukkels. XXX