Hij lijkt vet veel op de acteur Dylan Baker, de wetenschapper uit Spiderman I en II, de man die tegenover me zit. Hij kijkt merkwaardig gespannen, compleet met een uitgestreken uitdrukking; het handelsmerk van Baker. Op zich is deze dupe van Dylan Baker casual netjes in zijn kleding: jeans, geruit overhemd en een gestikt blauwkleurig kort jack met borstkleppen. In die borstzakken passen precies twee Nokia’s 3310. Netjes maar hopeloos gedateert oogt het allemaal. Met het tempo van een revaliderende naaktslak haalt ‘Dylan’ een plat rond plastic doosje met blauw deksel uit zijn cognackleurige, eveneens outdated aktetas. Er zitten rode druiven in. Ik zou vanwege de intens zichtbare wijn(?)wallen onder de ogen van Dylan’s dubbelganger, het gistingsproces niet continueren door druiven te gaan eten. Maar goed.
Schuin tegenover mij ontstaat iets enorm awkwards. Een grijze bebrilde zestiger met Woody Allen-montuur, is all in zijn kruiswoordpuzzelproject. Maar telkens als hij een ‘ummm even nadenken’-joker inzet, doet hij dat niet door naar beneden (kinesthetisch ingesteld) of door opzij/uit het raam te kijken (auditief ingesteld), maar heel hinderlijk naar mij. Met priemende ogen zoekt hij mijn gezicht. Ik voel dat, en ga direct vet geïrriteerd in de tegenaanval. Ik zet mijn meest epische talk to the hand en get out of my air-face op. Mijn shock-therapie werkt.
Ik kijk met een lichtelijk pedante blik weer naar ‘Dylan’. Zijn druiven zijn op. En tot mijn grote ontsteltenis is ook híj nu in kruiswoordpuzzel-Narnia verzonken. What the hell is wrong with you peoples. Al mijn hele leven lang associeer ik kruiswoordpuzzelaars namelijk met Cobi van drie hoog, muffe bokkenpootjes, punnikcursussen, hysterische parkieten in kooi met tijgerprint, wanstaltige ANWB-outfits, Fred en Ria Onderbuik uit Draadstaal, doorgekookt suddervlees, klapstuk, hete bliksem en Ik Hou van Holland.
Sinds vandaag zijn daar dus Dylan Baker en Woody Allen bij gekomen. Om in sociale mediatermen te blijven: #Ijustcant