Het Aapje. What else?

Vorige week mijn eerste workshop op de VU-campus afgevinkt. Ik was vooral stiknieuwsgierig naar deze workshop/koffiecollege van de VU Green Office in combinatie met het type deelnemer. Zouden het allemaal studenten zijn met het kringlooplogo getatoeëerd aan de binnenkant oorlel? In elk geval groene gasten die fel in discussie zouden gaan met de workshopleider, Nespresso Sustainability Program Manager, Christophe Boussemart. Hij zou de duurzame visie op koffie komen uitleggen, vanuit het zo felbekritiseerde aluminium cupjesperspectief. De Green Office, een club binnen de VU die duurzame initiatieven ondersteunt en initieert, liep inderdaad vol met supergeëngageerdverschrikkelijkbegaan-met-de-aarde-types. Zat ik daar totaal unsustainable te zijn (glas, papier en voedselresten gaan bij mij in de mix en als ik geen zin heb om duurzaam na te denken ligt er zomaar een kiloknallerkip in mijn winkelmandje). En tussen al die Life Sciences- en milieustuds viel mijn wat a-typische functie op. ‘Aahh Human Resources! I love and hate you at the same time!’ reageerde een blije PhD op mijn voorstelpitch. Een PhD die verliefd is op de HR-afdeling komt niet vaak voor, dus vooruit maar weer. Anyway. Christophe Boussemart begon zijn workshop met te vertellen dat hij net terug was uut Dubai. Ik denk dat hij in de business lounge nog een waterpijp-unit had weggetijgerd. In superrap tempo en met de zweetplekken onder de oksels knalde hij namelijk door de eerste helft van zijn interactieve presentatie heen. Die op zich best boeiend was. En toen we alsnog in onze koffiedip (pun intended) dreigden te flikkerden, werden we gered door een game. In teams moesten we de CO2-uitstoot van de verschillende supply chainprocessen van een Nespressocup indelen van laag naar hoog percentage. De Fransman maakte vervolgens volledig gehakt van onze kortzichtige analyses wat CO2-uitstoot betreft. Want in die hele supply chain van koffieboon tot koffiecup, dachten wij allemaal (op twee dikke sustainabilitynerds na) dat distributie de grootste vervuiler was. GOTYA!!! De übervervuilers bleken tot ieders ontsteltenis coffee cultivation and delivery te zijn.

Game, Coffee, Go.
Game, Coffee, Go.

Het spelletje was uiteindelijk een heel slimme manier om de argumentatie voor het gebruik van de aluminium cups te legitimeren. Want je zet met zo’n op maatgesneden cup immers nooit te veel koffie. Boussemart probeerde dat nog eens te benadrukken door de cups tegenover de liters koffie in koffiekannen te zetten. Hoe veel van die koffie wel niet weg wordt gepleur(d) tijdens boardmeetings en bedrijfslunches. Kan allemaal gewoon echt niet. Ja, zo voorspel je wel heul snel het einde der milieutijden en zet je je cupjes in de shine. Slimme jongens die Nespresso-gasten, daar op het hoofdkantoor in Zwitserland. Over Swiss gesproken: alle koffie, van Indonesië tot Ethiopië wordt getransporteerd naar Zwitserland. Daar wordt het geassembleerd tot al die tientallen Nespressoblends waaruit de consument kan kiezen. ‘Maar waarom niet for the sake of development, building a plant in Ethiopia?’, merkte een van de eagere studentes op. Boussemart had daar geen antwoord op. Of toch wel soort van: ‘we blend it in Zwitserland. We just do.’ Dit is wat ik dan noem waar het idealisme ophoudt en waar harde bedrijfsdoelstellingen een fikse stempel drukken. Over footprint gesproken zeg, holy shit.

Maar leerzaam was het allemaal absoluut en zekers. Want a) we drinken Nespresso, b) niemand die nooit Nespresso zou drinken en c) iedereen is faliekant tegen het gebruik van cups. Dat waren globaal genomen de eerste tegenstrijdige groepsantwoorden op Boussemart’s vragen aan het begin van de workshop. De haat-liefde verhouding met koffie en de manier hoe dit goddelijke goedje tot je komt, kon hij hiermee niet beter schetsen. Koffie als natuurproduct versus de verpakking waarin we het aanschaffen. Daar zit frictie in die we tegelijkertijd voor lief nemen op het moment dat we dat magische DE-moment beleven. Boussemart instrueerde ons om een paar cups (want what else ook, toch?) open te snijden voor de geurbelevenis. Geurbelevenis? Een koffiebacchanaal werd het. De tafels vol met lijntjes koffie, en alle koffiecupstudentenactivisten vet high van de koffieblends. Want wat ruikt koffie toch intens lekker, mijn god. Het Aapje hallucineerde ondertussen heftig over sexy koffieblends met banaanaroma. En zweerde plechtig voor altijd koffie te zullen blijven drinken. Of het nou uit een uhm zwaar belaste aluminium cup komt of niet.