Hoe ik de Thalys zou redden

Je hebt Brad Pitt in Troy, Russel Crowe in Gladiator. En je hebt Spencer Stone in de Thalys. Maar deze American hero was niet alleen. Met gappies Anthony Sadler en Alec Skarlatos plus de Brit, Chris Norman, wist hij een bloody treindrama te stoppen voordat het écht begon. De helden.

Dit laatste restje zomervacay teren we massaal op licht verteerbaar nieuws. Zoals “Hoe leuk was het op een niet uitverkocht Lowlands?”. En nieuws in de categorie “Ik vind álle glutenvrije jongens&meisjes stomvervelend-terug naar de hamburgerbasics-movement”. Nachtbrakend blijven we aan onze plasma’s geplakt. Onze foons stukrefreshen voor de allerlaatste updates in komkommertijd. Totdat een misselijke treinaanslag ons opnieuw uit onze welvarende chillstand rukte.

Op wat poliklinische steekwonden bij Stone na, hebben deze heren levens gered op het Thalys-traject tussen Amsterdam en Brussel. Of zullen we even een staande ovatie doen voor hun puike gehoor? Want dankzij hun voortreffelijk getrainde oren vingen zij het geluid op van een kalasjnikov op het moment van doorladen. Dwars door de prefab Thalys-toiletdeuren heen. Ik wil ook zulke superoren! Maar dat gaat me nooit lukken. Omdat je voor zulks supergehoor 100 keer per dag push ups met je oorlel moet doen. Denk ik. Maar wat deed de rest van het treinplebs dan, toen die freaking idioot opeens in beeld kwam? Nouw, die zaten net aan hun Thalys oploskoffie (4 euro) en een fabriekskartonnen Thalys-broodje oploskaas (8 euro). En waren daarom te druk hun totaal op hol geslagen spijsvertering te resetten. Die hadden niet door dat mr. Terrorist bezig was met Kill Bill deel 1 en 2.

Even serieus, bij dit soort situations denk ik altijd: wat zou ík gedaan hebben als zo’n Kalasjnikov-fetisjist voor m’n Indische neus zou staan? De setting voor zo’n what if-sessie was de jaarclublunch op het Haagsche strand gistermiddag. Met elkaar filosoferen over wat je zelf tegen die slappe zak had kunnen doen. Dilemma hoor. Vooral bij het gebrek aan een drooggetraind superoor bleven er maar weinig spannende opties over (en het is natuurlijk makkelijk lullen onder het genot van grote bellen Grüner Veltliners, maar dat geheel terzijde). Ik had bijvoorbeeld met m’n snoeiharde low kick die aardappelschilmesjes uit de terrorist z’n binnenzak kunnen trappen. Hád gekund, ware het niet dat ik bij een kickboxtraining drie maanden geleden, een rechtermeniscusblessure kado kreeg.

Ook vrij effectief: mijn gouden Galaxy S5 afpakken voordat je besluit iedereen de pan in te hakken. Want dan heb je aan mij écht een slechte hoor. Vorig jaar op 2e Kerstdag werd mijn foon uit m’n handtasje gestolen. In een karaokekroeg op de Amsterdamse Zeedijk. Mijn vrienden liepen uit voorzorg een beetje voor en om mij heen, nadat ik tot de afgrijselijke ontdekking kwam dat foon foetsie was. Foon was dan wel weg, m’n selfiestick lag nog steeds op plaats delict. Met dat ding liep ik dus dreigend over de Zeedijk te zwalken (was al laat hè). Fulminerend op zoek naar de lafbek die m’n precious S5 had gestolen (ook lekker stereotiep; ervan uitgaan dat de dief een dude is). Elke toerie, dragqueen en pooier die ik toen tegenkwam heeft waarschijnlijk blijvend trauma. Zo’n schreeuwende kroepoek, al driftig zwaaiend om haar heen met selfiestick. Maar goed. Zou die terrorist onder de indruk zijn van mijn oerbrul en gesticuleer? Denk dat ie de stick allang in het toilet had doorgespoeld. En mij erbij. Heads down.

Als allerlaatste tactiek bedacht ik deze nog: mijn drillcommando’s voor de acht roeiers tijdens de 100 km OC&C Ringvaart Regatta ’12. Als stuurvrouw ben je namelijk eindbaas en let je op werkelijk álles: op binnenvaartschepen en andere annoying roeiboten bijvoorbeeld. Op lage bruggen, de wind en de roeiers zelf. En zeker als de bootboys na 75 kilometer en bijna acht uur roeien, kotsend en volledig stuk, nóg eens 25 kilometer door moeten tijgeren. Die móet je bij de les houden. Lage bruggen zijn nasty bitches. Tijdens trainingen was ik altijd mega-alert. Vooral op de lage bruggen bij Leidschendam-Voorburg. Een 150 kg zware roeiboot gaat gemiddeld 15 km per uur hard over het water. Dus, als een lage brug in zicht is, is timing cruciaal. Mijn focus is dan vooral op de boegroeier. Die zit helemaal vooraan zonder roeiers achter zich. En loopt dus het risico als eerste met z’n achterhoofd tegen de onderkant brug te knallen. Míjn verantwoordelijkheid dus. Timing is álles.

Ongeveer acht meter vóórdat we de lage brug inroeien brul ik in m’n headset: ‘Opgelet, palen in. LIGGEN NU!!!!!!’. En voîla. Acht roeiers trekken snel en geroutineerd de roeipalen in. Laten zich rap achterwaarts in de boot op hun rug vallen, veren vervolgens na de brug weer op. En ze roeiden daarna nog lang, moeizaam en/maar gelukkig. In de bewuste Thalys had ik die lul aan horen komen met z’n doorgeladen apparaat. Daarna was ik nét zo gefocust geweest, alsof ik een lage brug zou naderen. En nog vóór hij z’n kogelstok op mijn fellow treinforenzen had kunnen richten, zou ik koelbloedig “LIGGEN NU!!” brullen. Unplugged. Iedereen acuut onder de treinbanken, de schutter totaal gedesoriënteerd. De werkelijkheid: mijn stem zou stokken bij het zien van zoveel evil, volgepropt in één persoon.

Maja, het blijft giswerk. De echte helden weten wel beter. Want op het moment suprême dénk je niet aan de meest gunstige hoek om iemand neer te slaan. Dan slá je gewoon. Als dreiging op de loer ligt, dan rol je niet eerst een tienstappen-crisisplan uit in het gangpad. Dan beslis je in a split second je actie. Zonder enig voorbehoud. Net zoals de firma Stone, Sadler, Skarlatos & Norman dat deed. Helden hoor. En dan regel ik de oploskoffie voor de schrik wel. Als nazorg (íemand moet het doen).