Kesti´s mountain

Met de klok mee: Kesti, Het Aapje kust vlag, New Balance, Het Aapje op de top, edelweiss baby.
Met de klok mee: Kesti, Het Aapje kust vlag, New Balance, Het Aapje op de top, edelweiss baby.
Drie jaar geleden beklom ik de Batur-vulkaan op Bali. Met een groep en een gids vertrok ik in het holst van de nacht in een busje naar de berg, om vier uur later de Indonesische vlag bovenop de top te planten. Dat ik halverwege de klim mijn groep plus gids kwijt was, waardoor ik ongeveer op 1500 meter totaal gedesoriënteerd op een mistig stuk Batur stond te niksen, parkeer ik even. Dit blog gaat over Kesti, het meisje dat mij trouw begeleidde van de top naar beneden. De afdaling die ik tot de dag van vandaag vervloek. Omdat het een totale aanslag op mijn voetenwerk was, omdat dit taaier was dan de klim naar boven, omdat het pijn deed en ik een mietje was en Kesti niet.

Welke voorbereidingen treft een amateurbergbeklimmer zoals ik eigenlijk? Nou gewoon, de meest hippe New Balance tennis(!)-sneakers kopen in een kleur matchend bij de rest van mij bergachtige outfit. En gewoon heel stoer, met bare feet in die dingen, hup de berg op. Want sokken in sneakers vind ik gay. Verschrikkelijke domme actie, want niet op de heenweg, maar juist tijdens de hemeltergende afdaling besloten de losse vulkanische gesteenten zich te verplaatsen in alle openingen en holtes van mijn tannisschoenen. Mijn voeten waren kapot aan het einde van mijn eigen zelfgekozen lijdensweg. Maar was de hele klim- en afdalingsonderneming dan alleen heel erg verschrikkelijk? Neen. De klim was zwaar, maar de beloning groots: je gaat gewoon in berggoden geloven als je na vier uur klimmen in de schaduw ‘mag’ staan van de bergtoppen. Naast het feit dat een magistrale zonsopgang je ontbijt is, met het spuug, zweet en bloed nog in de ogen.

Dan de dorpelingen die aan de voet van de berg wonen. Het zijn deze keizers en keizerinnen die bergwannabees met zware bloedsuikerspiegeldeficiëntie, voorzien van koekjes en limonade. Een van die überfitte dorpsgenoten was de negenjarige Kesti. Geen gelul met moeilijke North Face-kleding, ze droeg gewoon een zomerjurkje en zwaar versleten gympies als bescherming. Kesti en haar vrienden waren de ultieme personal assistants voor alle inmiddels moe en murw geslagen bergveroveraars. Vooral begeleiding op het mentale vlak was hard nodig. Denk je alles gehad te hebben als je je hebt stukgeslagen op 1700 meter, komt die fijne supersteile afdaling. Die onmogelijk afgelegd kon worden zonder valpartijen met passende schrammen en blauwe plekken. En scheldkanonnades die wegebben in de ijle berglucht. Maar dat vertellen ze je natuurlijk niet van tevoren. ‘It is easy to moderate climb, the view fantastic all worth ticket price.’ Ik heb gevloekt als een bootwerker z’n moedert.

Al die tijd was Kesti daar om mij te helpen als ik weer eens een mooie slide maakte over een bedje van scherp lavagesteente. Haar wonderlijke kalmte en lichtheid was de pleister op de venijnige wonde(n). Het negenjarig meisje dat mijn pijn wist te doen vergeten. Door een edelweissbloempje onder mijn neus te duwen dat ze tussen het ruige gesteente vond. Haar opgewekte verteltrant-‘Batur is mijn speeltuin en ik heb een negen voor Engels gehaald gisteren’-, met dat schattige stemmetje, werkte ontspannend. Exact nul keer was Kesti buiten adem. Haar ouders klimmen ook graag, vertelt ze verder. Typisch gevalletje genen, geografische ligging en genen dus.´Normaal gesproken gaat mama mee de berg op maar vandaag niet.´ ‘Waarom niet?’, vroeg ik sociaal wenselijk doch gemeend na de zoveelste slidepartij op mijn lip bijtend. ‘Wij delen vandaag onze gymschoenen, omdat we geen geld hebben voor nieuwe. Dus mama is thuis zodat ik de berg op kon. Papa is aan het werk.’

Op het sterke armpje van Kesti leunend, ben ik naar ons busje aan de voet van de berg gestrompeld. De plek waar ik zo’n acht uur eerder mijn slippers nog zo monter achterliet. Mijn New Balance tennissneakers heb ik uitgetrapt en omgekeerd. Als een vrachtwagen die een lading zand en stenen op straat kiepert. Het was een symbolische plek geworden. Waar mijn lijdensweg hier stopte, begonnen Kesti’s uitstapjes naar de berg juist hier opnieuw. Comfortabeler in elk geval. Want voortaan op mijn New Balance tennissneakers. En van het geld dat ik haar gaf, moest ze mij beloven dat ze ook een mooi paar voor haar moeder zou kopen.

‘Terima kasih mbak!’ En weg huppelde Kesti, de bergen op de lanen in.