Run Dafne run!

Boy oh boy. Wat een verúkkelijk weekend was het toch weer. Een container vol Oranje-bikkels die met heel hard trainen hun gouden en zilveren plasjes deden over mondiale sportevents. Dat betekent ook dat gemeenten deze week bruut uit het zomerreces worden gerukt. Burgemeesters die rap hun “hoe kom ik niet knullig en houtenklaas-ish over”-speeches gaan oefenen (oh joy). Rondvaartboten die de wasstraat ingaan. Plus complete bakkersgilden die Pinterest-proof gouden Dafne-eclaires in elkaar gaan draaien. Want zo rollen wij kaaskopjes als de Oranje-equipe topsportmedailles binnenharkt. En terecht.

Mijn bewondering hebben ze. Want er komt zo fakking veel bij kijken als topsporter. Ten eerste de loodzware trainingen. De opoffering. Strikte voeding. De eenzame afzondering (of bij teamsport juist het sektarische alles samen moeten doen). Ten tweede die wonderschone mixtape van pijn, blijheid, emoties (de gouden tranen gezien van hockey-mooiboy Jeroen Hertzberger? Hartjes). Trouwens, ik zat ook in m’n treincoupé livestream te grienen tijdens het veni vidi vici-moment van La Schippers op de 200 m. Holy shit.

Die sportbillymentaliteit wordt natuurlijk volgens strak plan gekweekt. Met superdeluxe faciliteiten, aandacht en verzorging. En een A-team aan specialisten die dagelijks megaporties TLC naar de sporters zenden. Een diëtist die zorgt voor cleane noedels op het menu. De fijne fysio die complexe harmstringblessures wegtovert. Dat werk. Zodat de atleten met focus en dedicatie superdoelgericht hun ding kunnen doen.

Vorig jaar kreeg ik ook de geniale ingeving om meer focus en ontspanning te trainen (de amateuratleet, muhaha). Door een proeflesje Japanse zen-mediatie te doen. Op aanraden van een vriendin. Of, ik denk zelfs dat ze me het heeft aangepraat. Want ben eigenlijk totaal allergisch voor zennige dingen. Maar stiekem wel nieuwsgierig. Afijn. Ik naar die proefles. Waar ik uiteraard fashionably late aan kwam kakken. Iedereen zat al in grote kring stoïcijns kleermakerszit-klaar. Echt de heule groep dirigeerde mij met zo’n we-zijn-so-not-amused-blik richting een paar nog onbezette kussentjes vlakbij de deur (vluchtroute check). En toen ik neerplofte op het grootste kussen (want zag er wel relaxed uit), hoorde ik een soort doffe echo onder mij vandaan komen. Crap. Bleek onder dat zitkussen de gong te zitten. Jeweet toch, zo’n ding waar de Zen-goeroe op tokkelt om de zensessie te begeleiden.

Jelui snappen: met deze club ben ik niet de beste vriendjes geworden (sorry vriendinnetje Suus). Niet erg, want kreeg spontaan hyperventileer-verschijnselen. De Zen-vibe ging overduidelijk aan mij voorbij. Na afloop van de Zi-Za-Zen-les kregen we volkorenkoekjes met kruidenthee. Koekjes en kruidenthee mensen! Een gouden schaal vol dampende mini-frikandellen en een kampioensbeker met schuimend ijskoud bier voor de schrik hadden ze me moeten voeren. Houd op met me, met je volkoren kruidentuin.

Anyway. Er is nog een andere club naast de club topsporters die een hoger doel nastreeft. Die te maken heeft met emoties en pijn. Die hunkert naar het juiste voedsel. Die aandacht en verzorging nodig heeft. Naast vertrouwen en onvoorwaardelijke liefde.

Die club heet Club Vluchtelingen. Alleen heeft deze groep doorlopend pijn en verdriet. En is vreugde van een lachfilm van lang geleden, en gedwongen offers maken dagelijkse realiteit. Is voedsel schaars en verzorging mondjesmaat. Deze vluchtelingen zijn het vertrouwen kwijt en hebben maar één doel: het (terug)vinden van onvoorwaardelijke liefde in de medemens. Tender Loving Care ontvangen van zo ongeveer iedereen die het kwijt kan. En een niet-lekkend dak boven het hoofd alstublieft . Dafne Schippers rende de race van haar leven. Wég van haar concurrenten. Vluchtelingen rennen vóór hun leven. Weg van lelijke extremisten.

De hockeyheren hadden maar één verbluffend simpel doel voor ogen: goud. En ja hoor, fierce kaapten ze het edelmetaal voor de neuzen van de Duitse boys weg. Márcia Ventura, 18 jaar oud heeft ook een fantastisch mooi doel: de beste rechtenstudente van de Erasmusuniversiteit Rotterdam worden. Maar Nederland pakt vrij bruut een glansrijke toekomst van haar af. Die ze zo heroïsch had opgebouwd. Want ze moest van ver komen. Letterlijk (uit een Angolese asielzoekerfamilie). Blijkt vervolgens te slim voor mavo en stoomt gefocust door naar vwo. Als icing on the cake meldde het ’s Gravendeelse (!) meisje zich dit jaar glorieus bij de Rotterdamse Rechtenfaculteit. En omdat ze dus in 14 jaar helemaal drooggetraind kaaskopje is geworden, zit ze a.s. vrijdag volkomen logisch, samen met haar ouders en little bro Gláucio gezellig uitgeprocedeerd op het vliegtuig naar Angola.*

Volkorenkoekje, anyone?

 

* BREKEND: vandaag, maandag 31 aug is bekend geworden dat Márcia en Gláucio alsnog mogen blijven. De vlag mag uit jongens!