Twee fenomenen in Indo die maar niet wennen: het Aziatische schoonheidsideaal en de sociale controle die altijd aan staat. Ik word er recalcitrant van. De Indonesische familie compleet horendol van mij.
Die sociale controle komt voort uit de sterke Indonesische gemeenschapszin in het algemeen. Men let, met de beste bedoelingen, heel goed op elkaar. En al helemaal als de dochter van Frans, all the way from Holland komt. Er gaat direct een glazen stolp over me heen. Toen ik hier net was, heb ik geluld als Brugman. Om het voor elkaar te krijgen zelf boodschapjes te doen in de buurtsuper, twee koprollen van het huis vandaan. Maar echt. De eerste keer ging de dochter van de ranchbewakers, Fanessa mee. De brugklasser vond het zelf ook zwaar ‘OMG’ dat ze mee moest lopen. We lachten er maar om en hebben nog een paar goeie grappen over die overbezorgde ouwelui gemaakt. Dus de eerste keer ben ik meestal nog beleefd, voor de vorm. Daarna wals ik soepel over de sociale omgangsvormen heen. Door een paar keer te roepen dat iedereen in NL zelfstandig/alleen/solo in staat is om, in dit geval, boodschappen te doen. En dan gewoon gaan met die banaan. Wat een ellende die sociale controle. Een diplomatieke familierel ligt hier permanent op de loer. Maar ergens, heel, heel erg in de verte vind ik die overbezorgdheid ook wel weer zoet. Je zou maar geen TLC in je leven ontvangen. Dan ga je gewoon dood hoor.
Het was trouwens in de buurtsuper dat ik opnieuw werd geconfronteerd met het heersende schoonheidsideaal: the white face. Alle mooie Indonesische smoeltjes moeten wit, waar wij in het Westen een fijngebruind bekkie sexy vinden. Dus toen ik à la Keuringsdienst van Waarde naar een crème zonder whitening vroeg, hoorden ze het op het hoofdkwartier van The White Skin Movement donderen. ‘Die bestaan niet hoor mevrouw, schoonheidsproducten zonder whitening. U wilt geen blanke huid?!’ Er lag zelfs Dove deodorant ‘for white skin’ in de schappen. Lelieblanke oksels dankzij Unilever. Ik trek me even terug in de bovenste kruin van mijn casa di banana. Kan ik rustig nadenken over witte oksels. Door die White Skin Movement, is zon(nen) uit den boze. Mijn oom Leo bezorgde ik van de week nog een rolberoerte. Ik stond naar zijn smaak iets te chillaxt tegen een muurtje in de zon te roosteren. ‘Kind, ga weg uit die felle zon, je wordt zwart!’ Nee oom Leo, blijven jullie inderdaad maar weg uit die lelijke zonnestralen, ik slurp dit vitamine D-infuus met alle liefde voor jullie op. Ik krijg gelijk zin om te twitteren. ‘Oe-hoi Quincy Gario, In Indonesië is white face de norm. Nou jij weer.’
Terug naar de sociale controle. Alleen thuis zijn is sinds pa’s overlijden überhaupt niet aan de orde. Er zijn altijd mensen die op het huis passen. Personeel, de lieve buufjes, de mensen van de ranch. En/of familieleden. Ze vinden het ook allemaal heel ongezellig als je in je kamer zit weg te stinken. Niet dat ik de hele tijd op mijn kamer zit. Daar is Tondano te mooi voor. Toch moet ik soms even weg van alle goedbedoelde lobi, aandacht en de continue stroom van voedsel (van dat laatste weghollen lukt niet echt. Snap jij, snap ik). Deur dicht. Hoofd leeg en wegmijmeren naar mooie momenten met pa. Maar toegegeven, die Indonesische social hub werkt als een supermagneet. Iedereen kneitergezellig hangend op de veranda. Of op de binnenplaats rondom het Centre of the Fooduniverse aka de keukentafel. Helemaal fissa wordt het, wanneer een schaal vol verse snackjes van de markt op tafel komt. Ik heb er een neus voor om exact op dat moment mijn kamer uit te rollen en álle empanada’s van de schaal af te jatten.
Dan de auto. Dit oververtegenwoordigde vervoersmiddel in Indonesië heeft indirect met die sociale controle te maken. Afstanden zijn hier enorm. De auto is dan wel zo efficiënt, veilig en comfortabel. Maar ik inhaleer graag de pure luchten van de binnenlanden van de Minahasa. Zo noemen we het regentschap in Noord-Sulawesi waar Tondano onder valt. De typische geuren opsnuiven tot ik stoned ben. De warme lucht voelen. Vorige week was er picknick op het familielandgoed van stiefmoeder, een kleine drie kwartier rijden vanaf Tondano. Halverwege de route ben ik, na een debatje waarin de oppositie (Partij Voor Sociale Controle) geen schijn van kans had, samen met neef David en pa’s petekind Raffa uit de auto gestapt. Tot grote ontsteltenis van de rest van de fam. Bang dat pa Maramis’ enige kind in een ravijn zou flikkeren. Of opgegeten zou worden door gorilla’s (niet dat die hier zijn. Althans niet in dit gebied). De sociale controle sloeg hier trouwens wel fors door. Dat vooral ik, het stolpenkind, beschermd moest worden en niet m’n neefjes. Hilarisch.
Het besluit om uit de car te vluchten was een dikke high five waard. Wandelend dwars door de jungle begeleid door krekels in a capella, wie wil dat nou niet? We verdwaalden bijna op een liaan na. Omdat we Roodkapje waren. En wij het moesten doen met de bandensporen van de jeepcolonne, die ons al ver vooruit was gereden (u weet wel, de karavaan met de familie erin die dacht dat La Gorilla inmiddels een soepje van mij had getrokken).
Eenmaal op de heuvel aangekomen werden David, Raffa en ik royaal beloond: een majestueus uitzicht over de groene vallei met daarachter een vette streep azuurblauwe zee. Het landhuis, een twee verdiepingen tellende unit in blokhutstijl. In elkaar geklust van hout uit de directe omgeving. Zo vet. Het huis ingelijst met een groene krans van acht hectare grond. Ramvol met eetbare spullen: kruidnagelbomen, cassave, mais, vruchtenbomen, kokospalmen en een vijver vol Mujairvis. De lunch kwam rechtstreeks van het land. De vis gevangen door de familie in vier stappen: 1) vijver halfleeg laten lopen 2) iedereen erin 3) wie het meeste en het snelst visjes vangt. 4) meesterlijk). Een oom vertelde dat pa hier dolgraag kwam. Ja duh zeg. Ik snap meteen dat m’n lieve ouwe hier zijn Fishermen’s Friend-momentjes had. Al Country Road neuriënd, de oogjes vochtig bij het zien van Minahasa’s hoorn des overvloeds. Geef pa een kapmes en goed keukengereedschap en hij draait in no time een visgerecht in elkaar. De kokosnoten en vis zelf in mootjes gehakt, de groenten en kruiden eigenhandig uit de vallei geplukt. Verdorie pa. Nu trek ik zelf een beetje wit weg, denkend in de tegenwoordige tijd aan jou. En dát zonder die crème. #fransbernhardbedankt