Sinds vorige week mag ik mezelf werknemer van de VU noemen, opgenomen in de grote familie der VU-kipjes*. In rap tempo heb ik het standaard inwerkrepertoire afgevinkt: jaarplannen, afdelingsplannen, cms, online personeelsregistratie. Als dit taarten waren geweest, dan had ik me nu officieel doodgevroten. Zo’n eerste week doet wat met je, het is intens. Maar vooral heul leuk, die nieuwe werkplek van me. Ben stiekem wel een beetje verliefd aan het worden. Dat komt omdat mijn entree Amsterdam Zuid is. Op het stationsplein moet ik me dus eerst invechten in de jasjes dasjes van de heren bankiers en advocaten die regeren op de Zuidas. En snijd ik uiteraard de pas af van chagrijnige dames vice presidents in hun Karen Millenpakjes en Prada high heels. Als midget zit ik namelijk continue in hun dode hoek. Vind ik leuk. Enfin. Zo’n 300 meter achter deze spiegelglazen kantoorkolossen van het grote geld, staan de VU-campus en VUmc mij tegemoet te shinen. Vastgoed waar in naam van de wetenschap belangrijke dingen worden gedaan. Misschien ook wel onderzoek naar Le Bankensector The Sequel?
Wat ik meteen al boeiend vind is de campus. Daar heerst serieus een superontspannen sfeertje. Hier lopen studenten en wetenschappers met een bepaalde attitude: chill, open, rustig. Maar ook heel opgewekt en positief. Ik vond het tijdens mijn studie op mijn Letterenfaculteit soms zo grauwig. Dat kwam waarschijnlijk omdat ik mezelf de hipste vond tussen die Neerlandistiek-gekkies en studenten die onmogelijke studierichtingen als Algemene Taalwetenschap volgden. Maar we dwalen af.
Ik voel de filosofie die de VU-grondleggers voor ogen hadden én hebben, letterlijk door de campus stromen. De VU als centrum van de wetenschap met een open cultuur en sterke ‘sense of community’ waar alle nationaliteiten zich welkom en veilig voelen. En normaal ben ik niet zo van de Feng Shui en die inclusiviteitsmarketing, maarrrr hier moet ik toch echt concluderen: it works works works works works. Eerlijk gezegd heb ik nul benchmarkmateriaal wat campuslife betreft. De Rijksuniversiteit Groningen kent immers geen campusstructuur. De oude klassieke studies zoals Rechten en (mijn studie) Letteren staan bijvoorbeeld in de oude Groninger binnenstad. De bêtafaculteiten ver weg van het centrum. Overigens komt het AMC, mijn vorige werkgever, aardig in de buurt van een campus. Met het academisch ziekenhuis en geneeskundefaculteit onder 1 dak. Alleen is hier het personeelsbestand vrij homogeen in doelstelling: alles en iedereen werkt er in naam van de medische wetenschappen.
Op de VU-campus is het diversiteit troef. Niet alleen in het studentenbestand maar ook qua studieaanbod. Hier worden studenten onder andere klaargestoomd tot theoloog, advocaat, pedagoog en neurochirurg. Bezinning, rechtsbijstand, jeugdonderwijs en zorg. Allemaal mensen die nodig zijn in civil society, om de ‘kleyne luyden’ te helpen waar mogelijk. Precies zoals VU-founding father Abraham Kuyper het allemaal bedoelde. Prima. Ik ga in elk geval wel lekker op den campusvibe. Deze VU-kip goes vuvuvoom!
*) VU-kip is de bijnaam voor de blauwe griffioen (hybridisch fabeldier half leeuw, half adelaar), het logo van de VU.