‘Hey collega, walk jij even mee met je broodje rosbief-unit?’

Lunchwandelen. Moet ooit bedacht zijn door een kantoorknakker tijdens zijn meest lamlendige kantinesessie ooit. Vreugdeloze boterhammen met humorloze plakken ham. De remi appel, de good old glas karnemelk tegen osteoperose. Iedereen kent deze superinspirerende Hollandsche lunchattributen. Allemaal doen ze dienst als hulptroepen die het gros van de kantinetafelgesprekken nog een beetje van niveau, sjeu en jus moeten voorzien. Van de ‘he he, nou nou, poeh poeh, tis me een weertje wel vandaag hoor, gelukkig smaakt mijn boterham met boterhamworst me weer helemaal prima. Hoe is die van jou? Kan je kijken of ik soep tussen m’n tanden heb?!’ tot de eindeloos uitgemolken ‘keje die nieuwe Netflix over die pelisieagente die haar eigen echtgenoot per ongeluk doodschoot al, uhm hoe heet die blonde ook alweer Henk?’ Kantinelunches. Het moest toch een keer ophouden met die claustrofobische, volkomen kansloze kantoorgesprekken. Het halfuurtje van je baas waarin je wordt geacht dertig tergende minuten over een kleffe boterham en je seksloze glas fruitsap aka water met suiker en een stuk of twintig E-nummers te doen. Met dat verfoeide non-descripte weerpraatje als ultieme topping. Bleh (en iedereen die dat nu glashard gaat zitten ontkennen lach ik snoeihard uit, seriously).

Nog even voor de hardleerse peoples die hier net komen binnenvallen: kantoorhangen is uit want een aanslag op je hart. Nee, dan lunchwandelen alias dartelen in kantoorpak. In combinatie met de vrije buitenlucht zorgt het namelijk voor dat felbegeerde glanzendgezonde blosje op je bleke, slechtdoorbloedde officeface. Bovendien is het gewoon gezond om de corporate bubbel met enige regelmaat te ontvluchten. Zodat je niet in een bedrijfsrobot transformeert, die nog enkel kan pruttelon over targets en return on investment-units. Dus kom ik ze op mijn mini-Appie Heyn’sprees’ in de lunchpauze steevast gezellig tegen. Mijn knappie Zuidasburen; complete pelotons aan mooie maatpakken en strakke mantelpakken die rechtstreeks uit de advocatenkantoren op de Zuidas, de Boelegracht oversteken naar de intens groene Willem van Weldammestraat. Allemaal aan de lunchwandelings richting de broodjesbar in het Gelderlandplein winkelcentrum.

Eerst euries klappen op kantoor, dan pas mag je buitenspelen, denk erom.
Eerst euries klappen op kantoor, dan pas mag je buitenspelen, denk erom.
Lunchwandelen. Volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen zou 30 mins per dag volstaan. Make that 10 mins effectief wandelen waarvan 20 mins sloomsjokkend slap lullen over ‘goh blijft toch nice, ff naar buiten, lekker vitamine D klappen jongens’ of ‘zullen we hier de agile-uitkomsten nog even delen, nu we het er toch (nog steeds) over hebben?’.

Het is eigenlijk heel geestig om te zien dat het kantoorleven zich gewoon verplaatst naar buiten. De saaie kantooronderwerpen veranderen niet, maar worden gewoon in dat ene half uurtje naar buutn getransferd. Maar voor het ‘gevoel’ zijn de dudes en dudettes van het grote geld dan toch even aan de crazy Zuidas ontsnapt.

Op de weg terug kom ik weer een groepje wandelende dassen tegen: ‘Ik had het al tegen Thomas gezegd, dus. En alles was al besproken en uhm, wat doet zij? Zij gaat het weer hé-le-maal.. [ ]’ Ah kijk an. De knappe (dat dan weer wel) roddeljongons. Dan is zo’n besloten VIP-innercircle lunchwandelings zonder nieuwsgierige business-unitcollega’s toch echt wel reuzehandig hoor!